Citytrip Valencia: twee steden voor de prijs van één

by Kim

Valencia dat is twee steden voor de prijs van eentje. Aan de ene kant heb je de oude stadskern waar je kan rondslenteren tussen sinaasappelbomen, gebouwen die oude grandeur uitstralen en kleine cafeetjes waar de pinchos staan te wachten voor het aperitief. Aan de andere kant is er de moderne Ciudad de las Artes y las Ciencias, een modern architecturaal hoogstandje dat uitgroeide tot de trekpleister van de stad. Een stad bomvol dingen om te zien dus.

De oude stad

We installeren ons eerst in ons hotel, het Casual Valencia Vintage hotel, op de Plaza del Ayuntamiento. We krijgen er meteen uitzicht op het centrale plein van de stad, waar heel wat mensen laveren tussen de torenhoge modernistische gebouwen. Hallo room with a view!

Op een boogscheut van ons hotel ligt ook de Mercado Central, de indoor markt van Valencia. Wat vind je hier? Vis, groenten en fruit die gekweekt worden in de huerta, een gigantische stadstuin net buiten het centrum. De Mercado is zeker de moeite om even binnen te lopen, al is het maar voor de art nouveau architectuur en een vruchtensapje.

En als we het dan toch over architectuur hebben, dan is de La Lonja de la Seda ook de moeite. In dit gebouw, waar vroeger zijde gehandeld werd, worden we getrakteerd op Spaanse gotiek. Het zijn hier vooral de gigantische pilaren, die draaiend naar het metershoge plafond rijken, die de show stelen.

Twee dingen gezien? Tijd voor een pauzeke. Want zo gaat dat met kleine kindjes. Beetje eten, beetje knuffelen en dan nog eens een nieuwe pamper. Maar in Valencia zijn er terrasjes genoeg om even uit te blazen. We vleien ons neer op de Plaza de la Virgen, een oud forum met pal in het midden de bombastische Rio Turia fontein. In de fontein ligt een beeld van een naakte man die ligt te chillen als een Griekse god. Het is een ode aan de Turia-rivier die zorgt voor de water toevoer van de huerta stadstuin, maar ook de honderden sinaasappelbomen die de stad zijn eigen karakter geven.

De Valenciaanse keuken

Net als Barcelona of Malaga ademt de stad zuiderse sfeer uit, maar ze heeft bovenal een eigen karaktertje. En misschien is het wel de Valenciaanse keuken die daar voor een groot stuk verantwoordelijk voor is. Het typische vieruurtje hier is namelijk mierzoet. De horchata, een koud melkachtig drankje gemaakt van aardamandel, is hier de lokale favoriet. En omdat een vieruurtje wat meer om het lijf mag hebben eten ze daarbij fartons, een zoet broodje in de vorm van een lange saucisse die al dan niet gevuld is met chocolade. Als je een gigantische sugar rush kan gebruiken – we hebben je gewaarschuwd – moet je zeker bij de traditionele bakkerij Horchatería Santa Catalina binnenspringen. De prachtig beschilderde muurtegeltjes maar ietwat onvriendelijke service krijg je er gratis bij.

Wie minder zot is van zoet moet nog even wachten tot de zon begint te zakken. Dan vleit iedereen zich neer op de terrasjes om de laatste zon te verorberen met wat pinchos. Want ja, je vindt hier vooral de Baskisch geïnspireerde variant van de tapas. De broodjes zijn belegd met hartig lekkers met een prikker erdoor en knabbelen lekker weg bij een Aqua de Valencia, een cocktail op basis van cava, gin, vodka en sinaasappels. Geef ons dan toch maar een Tinto de Verano por favor!

En dan moeten we nog aan het hoofdgerecht beginnen! Op het menu: de typische Valenciaanse paella met konijn of zeevruchten. We schuiven daarvoor aan tafel bij Navarro, een restaurant gerund door een bende zussen die met liefde de traditionele keuken op tafel toveren. Het restaurant is een gemoedelijke plek maar toch hadden wij een beetje bang om hier te gaan eten met een babytje. Stel dat hij gaat schreeuwen, wat doen we dan? Gelukkig maakten we ons zorgen om niets. Terwijl wij de goudgele rijst, die aan de bodem van de grote paellapan plakten, tot de laatste korrel opaten hielden de zussen zich bezig met Hannes. Eten jullie maar, wij zullen af en toe wel eens schommelen met de buggy. Heerlijk! En zo lekker dat we vergeten zijn om er foto’s van te nemen.

De heilige graal

Maar goed, genoeg over hoe hemels het eten hier kan zijn. Tijd om een andere hemel te gaan bekijken. In La Cathedral, op het eerste zich een sobere kerk, is er namelijk een extravagant barok altaar te bekijken met felblauwe hemel en gouden engeltjes. Bovendien zou ook de heilige gaal hier liggen. Al moet je dat maar met een korreltje rijst nemen. Historicussen vermoeden namelijk dat het eerder een heilige graal is dan DE heilige graal.

De nieuwe stad : Ciudad de las Artes y las Ciencias

De Ciudad de las Artes y las Ciencias werd gebouwd door de toparchitect en kind van de stad, Calatrava. Hij leverde de stad zoals beloofd een stukje spektakelarchitectuur – het project werd opgenomen als één van de twaalf tesoros oftewel schatten van Spanje. Die schat kreeg echter al snel een wrang nasmaakje. Oorspronkelijk werd de futuristische stad gebudgetteerd op 300 miljoen euro. In the end kostte het meer dan een miljard. Bovendien doken er gebreken op waardoor de continue restauratiewerken de kosten blijvend doen oplopen. De stad verwijt Calatrava dan ook de regio economisch leeg te doen leegbloeden en sleepte de ondertussen anti-held voor de rechtbank.

De beruchte stad van kunst en wetenschap die maar liefst zes spektakelgebouwen telt is vandaag wel de grootste trekpleister van de stad. De twee bekendste gebouwen zijn de Palau de les Arts Reina Sofia en de Hemisfèric. Het eerste is een operagebouw in de vorm van gigantisch exoskelet waarin je een kever kan herkennen. De zijbalkons met hun palmbomen geven een grandeur aan het geheel dat niet zou moeten onderdoen voor het paleis van een rijke sjeik uit het middenoosten. Naast het Paulau de les Arts Reina Sofia ligt het Hemisfèric, een planetarium dat omgeven wordt door waterpartijen. Het symboliseert het oog van de wetenschap en heeft dan ook, met een beetje verbeelding, de vorm van een ooglid.

Het derde gebouw ligt er vlak naast en is het Museo de las ciencias principe Felipe, een interactief wetenschapsmuseum in de vorm van een gigantisch walvisskelet. Twee minder bekende gebouwen zijn het Umbracle – een gigantische tuin waar de palmbomen al te groot lijken te worden voor de overkoepelende witte bogen – en het Àgora, een multifunctionele (sport)ruimte die lijkt op een hanenkam in paars-blauw.

Tenslotte is er nog het Oceanogràfic, één van de grootste aquaria in Europa. Dit gedeelte kan je niet gratis bezoeken. En ja, ze hebben er van die triestige dolfijnenshows. Maar het gewelfde restaurant dat zich weerspiegelt in de waterpartijen errond is misschien wel het allermooiste in de reeks. En geef toe, je kan niet elke dag door een watertunnel wandelen waar je omgeven wordt door haaien en vissen in alle kleuren van de regenboog.

Ook nog de moeite

Wandel zeker van de oude stad naar de Ciudad de las Artes y las Ciencias via de Turia tuinen. In dit stadspark loop je in het weekend letterlijk de Valencianen tegen het lijf. Je vindt hier naast looppistes trouwens ook voetbal- en basketbalvelden. Ook leuk voor de kinderen is Gulliver, een gigantische speeltuin in de vorm van een man.

Voor wie nog niet genoeg heeft van al de architectuur is het Estació del Nord, een treinstation gebouwd in 1917 in modernista stijl, nog een extraatje. Buiten lijkt het station niet meteen de moeite maar eens binnen zie je de echte blikvanger, de houten loketten en keramieken tegeltjes in de wachtruimtes.

Valencia met baby ?

Een zuiderse stad zoals Valencia was de perfecte match voor een eerste citytrip met een kleintje. Uiteindelijk hebben we alles gezien dat we wilden zien op een trager tempo én ook de tijd genomen op te genieten van de lokale keuken. Valencia is dus zeker een aanrader met of zonder baby 😉

Leave a Comment

Copyright by Weeralweg

This website uses cookies to improve your experience. We'll assume you're ok with this, but you can opt-out if you wish. Aanvaarden Meer Lezen