“Hij is ingestort die boog. Je weet dat toch he?”
Twee weken voor we vertrekken richting Gozo stort één van de absolute musts sees, The Azure Window, in. Weg. Foetsie. Niks meer van te zien. Hebben we daar een beetje om staan balen? Eh, ja. Maar er valt gelukkig nog heel wat te zien op Gozo!
The Azure Window en Blue Hole
Ramptoeristen als we zijn, rijden we toch eens tot aan Dwejra waar de Azure Window vroeger stond. In het water zien we enkel nog wat rotsen van wat vroeger de basis van de grote boog vormde. Vlakbij ligt de Blue Hole, een natuurlijke zwembad dat van donkerblauw naar azuurblauw kleurt. Het is een populaire duiksite waar heel wat visjes te spotten vallen. Duiken doen we vandaag niet, want daar is Hannes nog een beetje te klein voor.
Victoria aka Rabat
We brengen ook een bezoek aan de piepkleine hoofdstad van Malta, Rabat. De stad werd in 1897 Victoria genoemd ter ere van het jubileum van de Engelse koningin, al noemen de Gozitanen het vaak nog Rabat. Boven op de heuvel staat de ommuurde Cittadella, ook wel Il-Kastell genoemd, waarbinnen de oude stad zich bevindt. We wandelen door smalle straatjes en bovenop de vestigingsmuren waar we een fantastisch zicht krijgen over de hele stad.
De kathedraal is ook zeker de moeite want ook hier steelt de vloer een beetje de show. De tombes zijn versierd met doodshoofden en engelen net zoals in Mdina. De kathedraal is dan ook van dezelfde architect. Vlak buiten de oude stad aan de St. George Basiliek ligt een mooi pleintje waar we ons neervleien voor de lunch. We bestellen een plank vol verse lokale kaasjes en vleesjes met een glas wijn. Genieten!
Ggantija tempels
De megalitische tempels van Ggantija behoren tot de oudste monumenten in de wereld. Ze dateren van 3600 – 3200 v.C. en zijn ouder dan Stonehenge of de piramides in Egypte. Niet te missen dus!
En toegeven, de tempels zijn nog indrukwekkender dan die van Hagar Qim. Sommige megalieten zijn groter dan 5 meter en wegen meer dan 50 ton. Ggantija betekent dan ook gigantisch en doet daarmee zijn naam alle eer aan. Niet te geloven dat mensen er ooit in geslaagd zijn zulke stenen blokken te verslepen en te stapelen tot een tempel.
De zoutpannen van Marsalforn
In het noorden van het eiland volgen we achter het dorpje Marsalforn de kustweg richting Wied il-Għasri. Het landschap verandert rondom ons in felgele zandrotsen die door water en wind glad geschuurd zijn tot ze op marmer lijken.
Naast de weg staat een oud vrouwtje aan een zoutstalletje. Ik loop er naartoe en vraag haar naar de verschillende zakjes zout in het kraampje. We slaan een praatje en al snel haalt ze een boek met foto’s tevoorschijn die het hele proces illustreren. Eerst vullen ze de zoutpannen met water, waarna de zon zijn werk doet en het water verdampt tot er enkel zou overblijft. Het zout wordt op een berg gegooid waar het nog twee dagen afgedekt blijft liggen. Hierna wordt het gestockeerd, in zakjes gestoken en verkocht. Ze wijst naar de zoutpannen en zegt: “Je hebt wel pech, we hebben de zoutpannen net leeg gehaald en de pannen weer gevuld. Het duurt nu weer een week voor je kan zien hoe we het oogsten.”
Chillen in Xlendi
Gozo is een scheetje groot en toch hebben we lang getwijfeld voor we voor Xlendi kozen. En daar hebben we geen seconde spijt van. Het is een fantastische plek om te relaxen.
We springen er van de rotsen in het water, wandelen op het pad langs de zee richting het centrum waar er tal van restaurantjes zijn – de inktvis in spicy cream sauce bij Ta Karolina is trouwens één van de lekkerste dingen die we die vakantie gegeten hebben – en genieten van het uitzicht op de torenhoge kliffen bij zonsondergang. Toplocatie, topeiland !