Valletta is een stad die zo gebouwd is dat er genoeg schaduw is om aan de hete zon te ontsnappen en om de koele zeebries er doorheen te laten waaien. Ideaal om wat rond te slenteren met een baby.
De Ridderorde
Behalve dan het feit dat de straten hier stevig stijgen en dalen. Echte kuitenbijters die ons regelmatig doen stilstaan om even rond te kijken.
Wat opvalt is dat er op elke straathoek een beeld van een heilige pronkt.
Deze capitali werden verplicht door de nights of St John, een katholieke Europese ridderorde die de stad bouwden als verdediging tegen de Turken.
De voetafdruk van die ridders komen we doorheen heel de stad tegen.
St John’s co-cathedral
De katholieke ridders konden namelijk niet zonder kerk. De kerk werd een barokke kerk vol pracht en praal. We weten dan ook niet zo goed waar eerst kijken.
Het dak is versierd met prachtige schilderijen over het leven van Johannes de Doper. De acht kapellen, eentje voor elke langue of afdeling van de ridderorde glimmen van het goud.
Maar het is misschien wel de marmeren vloer met motieven van skeletten en engelen met trompetten die de show steelt. En dan moeten we nog het oratorium bezoeken waar het prachtige werk ‘de onthoofding van Johannes de Doper’ van Caravaggio hangt. Met andere woorden: de kerk skippen is doodzonde!
Upper Barrakka Gardens
Ridders hebben na het bidden natuurlijk ook de nodige ontspanning nodig.
De Upper Barrakka Gardens moest de plek worden om een beetje te chillen. De tuin met fontein en kleurrijke bloemen is een echte oase in de stad.
En we hebben geluk want we zijn er net om 16u wanneer de kanonnen van de Saluting Battery, net onder de tuinen, afgevuurd worden. Het afvuren van die kanonnen gebeurde vroeger ook al om bevriende schepen te salueren. We genieten nog even na van het prachtige uitzicht op de Grand Harbour om daarna via de lift af te dalen naar de haven voor een kleine cruise.
Harbour cruisen’
Het duurt niet lang voor we aan de haven een schipper in een traditionele dghajsa boot weten te strikken voor een tochtje door de haven. In onze Maltese gondel varen we langs de kustlijn van Valletta om daarna over te steken naar Vittoriosa en Senglea waar onder andere het fort St. Angelo, één van de verdedigingsforten, ligt.
Het fort is nog maar onlangs terug geopend voor het publiek en dus gingen we toch snel een kijkje nemen. Gek genoeg hadden we zowat het hele fort voor onszelf. Echt veel te zien was er jammer genoeg niet en dus zouden we dat niet meteen als aanrader meegeven.
National Museum of Archeology
Na onze boottocht duiken we terug de stad in waar we ontdekken dat de ridders lang niet de eersten op Malta waren. Op Malta woonden er namelijk al mensen in 3600 vc. In het National Museum of Archeology krijgen we de Venus van Malta en de Sleeping Lady te zien. De kleine beeldjes werden gevonden op neolithische sites die we later nog gaan bezoeken.
Het Hypogeum kunnen we jammer genoeg niet bezoeken. Daar hadden we maanden op voorhand al voor moeten reserveren. En bovendien mogen kinderen onder de 5 jaar er niet binnen.
Ook nog
Net om de hoek van het Archeologisch museum liggen de parlementsgebouwen, die ontworpen werden door Renzo Piano. Een knap staaltje moderne architectuur dat in contrast staat met de rest van de stad dat uit de 16de en 17de eeuw dateert.
De Lower Barraka Gardens zijn iets kleiner dan de tuinen van de Upper Barrakka Gardens maar zeker ook de moeite om even uit te blazen.
Een stukske eten
Het is niet onze gewoonte om twee keer te gaan eten in een restaurant maar voor Siciliana maken we een uitzondering! De spaghetti alle Cozze met mosseltjes was zo lekker dat we het lange wachten er wel bijnemen.
Pira heeft niet zo een idyllisch gelegen terras met uitzicht op zee zoals Siciliana maar de inktvis gemarineerd in wijn was wel boterzacht.
Oh en ook de ijsjes zijn hier fantastisch!