Ille et Vilaine is het eerste departement op onze tour door Bretagne en meteen ook één van de tofste. Waarom? Omdat de 3 stadjes die we aandoen, Saint-Malo, Dinard en Cancale, totaal verschillend zijn. Je kan ze het best omschrijven als een piratenstad, een mondain badoord en oesterh(e)aven. Klinkt niet slecht, toch?
Saint-Malo: Piratenstad
In de 16de eeuw was Saint-Malo een echt piratenhol. De zeelieden hier hadden de toestemming om vijandelijke schepen te kapen waardoor Saint-Malo in no time een rijke stad werd. En dat zie je aan de statige lichtgele huizen die achter de dikke vestigingsmuren schuilgaan. Nochtans is dit alles een replica, heropgebouwd na Wereldoorlog II.
De ruwe kantjes van het voormalige piratenhol zijn dus volledig verdwenen. En toch trekt de stad elke dag horden toeristen. De reden hiervoor is misschien wel de goudgele stranden die vlak tegen de vestigingsmuren liggen. Bij laagtij kan je hier zonnebaden of lopen tot aan de eilandjes die net buiten de stad liggen. Wij bezochten de stad bij hoogtij en liepen dan maar een toertje over de dikke vestigingsmuren.
Aanrader? Saint-Malo is mooi maar de stad mist ondanks dat stoere verleden iets om er echt verliefd op te worden. Dan maar de het water oversteken naar de stad aan de overkant, Dinard.
Dinard: Het Cannes van het Noorden
Dinard was de place to be voor de allerrijksten uit Saint-Malo. Zij bouwden het dorp uit tot een mondaine badstad inclusief casino, filmfestival en statige villa’s. De stad kreeg zelfs de bijnaam Cannes van het Noorden. Er wordt gezegd dat Alfred Hitchcock hier ook inspiratie opdeed voor de film Psycho. Toegeven, de villa’s op de kliffen zijn hier effectief wat eng.
Je kan trouwens ook een standbeeld vinden van Hitchcock vlakbij de Plage d’Ecluse, het goudgele zandstrand met zijn blauw-wit gestreepte tentjes die ons deden denken aan Asterix en Obelix. Maar het allerleukste aan Dinard vonden wij de promenade Claire de la Lune, een wandelpad dat vlak naast de zee loopt. De golven kletsen hier en daar over het pad. Wij kwamen er net niet met natte voeten vanaf.
Aanrader? De mondaine badstad is vandaag een beetje vergane glorie maar rondom de Plage d’Ecluse hadden wij een echt weekendgevoel. Een koffietje of een cider op de dijk met zicht op de badgasten versterkt dat gevoel nog meer!
Cancale: oesterh(e)aven
Cancale lijkt op het eerste zicht een gewoon dorpje en dat is het ook. Maar het was om twee redenen absoluut de moeite om te stoppen.
Reden 1: Oesters Bij laagtij zien we de oesterfarms liggen en schieten de oesterboertjes in actie. De oesters worden meteen naar de stalletjes net naast het water gebracht waar we ze meteen kunnen oppeuzelen. Verser kan niet. We hebben de keuze uit verschillende stalletjes en verschillende soorten oesters. Eens gekozen, vleien we ons neer op de kade waar we ze binnenlepelen om daarna de lege schelpen over onze schouder op het strand te gooien.
Reden 2: één van de beste crêperies in Bretagne ligt in Cancale Bretagne staat bekend om zijn bretoense pannenkoeken oftewel galettes. Ze zijn zowat overal te vinden maar bij Breizh café hebben ze ook heerlijk spannende vullingen waaronder artisjok en langoustines.
Aanrader? Absoluut! Cancale was zeker een stop op onze roadtrip waard. Smullen maar!