Jaarlijks bezoeken meer dan drie miljoen mensen de Mont Saint-Michel. Het verdient daarmee een plek in de top tien van meest bezochte plekken in Frankrijk. Met andere woorden: het stikt er van de toeristen. Maar de Mont Saint-Michel is een iconische plek. Een plek met een straf verhaal. En dus hadden we daar wel een ‘exit through the gift shop’ voor over.
Drijfzand en GPS problemen
De Mont Saint-Michel maakt het ons bij vertrek al niet gemakkelijk. De GPS vindt bij het ingeven van ‘Mont Saint-Michel’ helemaal niks. Vreemd. Pas 5u later ontdekken we dat we ‘LE’ Mont Saint-Michel hadden moeten ingeven. Volgens ons een stiekeme streek om wat toeristen op afstand te houden.
Vroeger hield de stad door het verraderlijke drijfzand en snel opkomende springtij heel wat mensen buiten de stadsmuren. Vandaag ligt dat toch ietwat anders. Nu kan je een shuttlebus nemen die je via een nieuw aangelegde brug in no time tot aan de stadsmuren brengt.
Het Wonder
En toegeven, de Mont Saint-Michel is een picture perfect. Een middeleeuwse ministad die zich omheen een berg krult met bovenaan het pronkstuk, de abdij. En op de top van die abdij staat het gouden beeld van de aartsengel Michaël te blinken.
Die aartsengel Michaël zou in 708 aan Aubert, de bisschop van Avranches zijn verschenen met de vraag om een kerk te bouwen op een berg. Zo gezegd, zo gedaan. In de jaren die erop volgen groeit de kerk uit tot een heuse abdij waaraan een gotisch gedeelte wordt gebouwd dat het Westerse Wonder, La Merveille, wordt genoemd.
In de 14de eeuw houdt Frankrijk een potje oorlog met de Engelsen dat maar liefst 100 jaar duurt. Tijdens die 100-jarige oorlog wordt heel Normandië ingenomen door de Engelsen behalve de Mont Saint-Michel. Die houdt verwoed stand waardoor hij nog meer aanzien krijgt. Pelgrims trekken vervolgens in grote getallen naar de stoere onneembare abdij die door de vele schenkingen daarvan flink weet te profiteren. Tijdens de Franse Revolutie wordt het tijdelijk nog een gevangenis, daarna wordt ze erkend als monument en UNESCO-werelderfgoed.
Tijd voor een bezoek dus! En dat begint met een processie van Echternach. De beklimming naar de abdij verloopt namelijk via de Grande Rue die bezaaid is met toeristenwinkeltjes en kasseien.
En daarna krijgen we nog le Grande Degré, een 350 treden tellende trap. Heel wat dames en heren op leeftijd houden het dus halverwege pardoes voor onze voeten voor bekeken of lassen een pauzeke in om hun tweede adem te vinden. Ook Sanne heeft het even lastig. Opa had dat ook voorspeld. Toen wij hem vertelden dat wij de Mont Saint-Michel gingen beklimmen, wees hij naar Sanne’s bolle zes-maand zwangere buik en zei: Ge geraakt nooit boven! Maar mijn opa weet niet dat Sanne heel goed is in u ongelijk bewijzen.
De Abdij
Bij de start van het bezoek worden we meteen overdonderd. Vanop het Westterras krijgen we namelijk een uitzicht op de hele baai. Met de Normandische Kliffen in de verte en toeristen die zich ver onder ons als kleine mieren wagen op de zandvlaktes rond de Mont Saint-Michel. Meteen onder de indruk dus.
De kerk zelf is ook een pareltje. Het houten tongewelf en de lage bankjes zorgen ervoor dat we ondergedompeld worden in een Middeleeuwse sfeer.
In de 13de eeuw bouwde men een kruisgang en diverse vertrekken zoals een eetzaal, slaapzaal, keuken en een archiefzaal in Gotische stijl. Het is een staaltje architectuur dat terecht ‘La Merveille’ werd genoemd.
In de Salle des Chevaliers werden ridders en nobele heren ontvangen. De ronde ramen en gewelven hier geven die grandeur prachtig weer.
Bij het einde van het bezoek hoort wel nog de typische exit through the giftshop. Maar die nemen we er deze keer graag bij.
De Stadswallen
De afdaling via de Grande Rue wisselen we wel in voor een alternatieve route. We verdwalen in de kleine kronkelende middeleeuwse straatjes en lopen nog een stukje over de Chemin des Remparts, bovenop de stadswallen. We krijgen zo weer een ander zicht op de abdij en de stad eronder. Hier ontdekken we pas echt het stoere maar ook het romantische en pittoreske van de stad.
Tip: In de zomermaanden kan het ’s ochtends en in de vroege namiddag echt onaangenaam druk worden in de stad. Het is dan vaak uren aanschuiven om de abdij te bezoeken. Vertrek dus wat later om de drukte wat te ontvluchten.